main header

Toekomst kerkgebouwen

bron: Geestig uitgave van H. Geest Parochie (2016)

Wat is de toekomst van onze kerkgebouwen?

Onlangs heeft Tubantia aandacht besteed aan de Beckumse oriëntatie; welke functies het kerkgebouw in de toekomst zou kunnen krijgen. Daarnaast heeft de recente visie van kardinaal Eijk omtrent het aantal parochies en kerken in het Aartsbisdom Utrecht veel stof doen opwaaien. Reden genoeg om hierover van gedachten te wisselen met Bennie Goselink, voorzitter van de locatieraad van de H. Blasius geloofsgemeenschap in Beckum.

In december sprak kardinaal Eijk de verwachting uit dat het bisdom Utrecht over tien jaar minder dan twintig grotere parochies zal tellen. In de toekomst zal de parochie zich ontwikkelen van sterk lokaal gericht, naar een meer regionale oriëntatie. Kardinaal Eijk verwacht dat zo’n twee-derde van de kerken gesloten zijn of aan de eredienst worden onttrokken, gebaseerd op prognoses voor wat betreft kerkbezoek, aantallen vrijwilligers en financiën. De kardinaal stelt in zijn brief ‘Geloof in tijden van kerksluiting’ van oktober 2014: “In het proces van krimp dat de Kerk in ons land doormaakt, moeten we ons niet koste wat het kost aan gebouwen vasthouden, want daarin ligt niet onze redding.” Volgens de kardinaal is het echter wel belangrijk dat het geloof lokaal gestalte blijft krijgen, met name ook in het omzien naar elkaar.

Het uitgangspunt van het onlangs gepresenteerde nieuwe beleidsplan van ons pastoraal team is evenwel om de kerken zoveel mogelijk open te houden, zolang dat nog kan qua lokale mankracht en financiën. De vraag is natuurlijk of dat ook daadwerkelijk kan en hoe lang dit vol te houden is. In dit verband vertelt Bennie Goselink over het onderzoek omtrent herbestemmingsmogelijkheden van de H. Blasiuskerk in Beckum. Er zijn in dat transformatie-onderzoek vier verschillende functies als nevenbestemming voor de kerk onderzocht en uitgewerkt: kerk met multifunctionele ruimte (praktijk/kantoren), kerk met school en kinderdagverblijf, kerk met parochiehuis/kulturhus en kerk met appartementen. Tevens zijn er adviezen gegeven omtrent de inrichting van het omliggende terrein.

Bennie: “Voor de meeste dorpen en kernen is de kerk in allerlei opzichten een baken, maar als het bewaarheid wordt dat er in de toekomst vele kerken noodgedwongen moeten sluiten, is het van belang om op het netvlies te krijgen welke alternatieven er voor de kerk mogelijk zijn. Het transformatieonderzoek voor de kerk in Beckum is al in 2010 gemaakt, met subsidie van diverse instanties en geeft een goed inzicht naar wat in principe de mogelijke alternatieven zijn.”
In het plan worden die alternatieven geschetst, maar dat wil nog niet zeggen dat alle opties ook daadwerkelijk realiseerbaar zijn, bijvoorbeeld qua financiën of qua behoeften. Is er bijvoorbeeld ook daadwerkelijk vraag naar kerk-appartementen bij het alternatief kerk en wonen, zijn potentiele kopers bereid de stichtingskosten daarvoor te betalen, is er daadwerkelijke vraag naar kantoor/praktijkruimte, etc. Dat zijn vragen die nog beantwoord moeten worden.

Maar volgens Bennie Goselink is het voor elke geloofsgemeenschap relevant om zich te oriënteren op alternatieven en voorbereid te zijn op veranderingen die mogelijk op ons af komen indien teruglopend kerkbezoek, tekort aan vrijwilligers en financiën daartoe aanleiding geven.